Ga naar de inhoud
  • Home
  • Nieuws / Evenementenagenda
    • Nieuws
    • Evenementenagenda
  • Evenementenverslagen
  • Méhari Club
    • Het ontstaan & Lid van Verdienste
    • Lidmaatschap
    • Bestuur
    • Le Mehariste
    • Reisverslagen
    • La Mehari
    • Technische Ondersteuning & Aankooptips
    • Huishoudelijk Reglement
    • Gedragscode
    • Privacy Statement
  • Sponsors
    • Ad van der Horst
    • Citrostore
    • KNAC
  • Contact
    • Contact Voorzitter
    • Contact Secretaris
    • Contact Penningmeester
    • Contact Redactie
    • Contact Webmaster
    • Contact Evenementen
    • Contact Technische Hulp
    • Contact Lief en Leed
  • Nederlands
  • English
  • Login
  • Home
  • Nieuws / Evenementenagenda
    • Nieuws
    • Evenementenagenda
  • Evenementenverslagen
  • Méhari Club
    • Het ontstaan & Lid van Verdienste
    • Lidmaatschap
    • Bestuur
    • Le Mehariste
    • Reisverslagen
    • La Mehari
    • Technische Ondersteuning & Aankooptips
    • Huishoudelijk Reglement
    • Gedragscode
    • Privacy Statement
  • Sponsors
    • Ad van der Horst
    • Citrostore
    • KNAC
  • Contact
    • Contact Voorzitter
    • Contact Secretaris
    • Contact Penningmeester
    • Contact Redactie
    • Contact Webmaster
    • Contact Evenementen
    • Contact Technische Hulp
    • Contact Lief en Leed
  • Nederlands
  • English
  • Login

Reisverslag Scandinavië Méhari 1977

Door: Ton de Bakker

Vanaf mijn 18 jaar rijd ik in een Méhari.
Mijn allereerste auto was een 2CV standaard met 402 cc motor uit 1966.
Met twee vrienden maakten ik een reisje door Sauerland waar we meemaakten dat we tergend langzaam een heuveltje moesten nemen en ‘geholpen’ werden door een BMW die ons op zijn bumper nam en ons omhoog duwde waarna hij ons boven op de top toeterend breed lachend voorbij reed. Het tekort aan vermogen werd ons overduidelijk onder de neus gewreven wanneer het een beetje omhoog gaat. Na die vakantie verkocht ik de eend voor fl 800,- , fl. 100,- meer dan dat ik er eerst voor betaalde, vette winst dus.

Na het zien van de serie Q &Q waar opa Quarles een groene Méhari reed, was ik verkocht en ging op zoek naar mijn eerste Méhari. Het werd een oud model uiteraard, van een jaar oud, beige waardoor de latere verkleuring bijna niet opviel.

Hiermee ondernamen we; mijn vriend Piet en ik een reis door Scandinavië. Denemarken, Zweden, Finland en door Zweden weer terug. Jammer dat we door familie-omstandigheden eerder naar huis moesten. De Noordkaap en door Noorwegen terug moesten we afkappen, zuur, temeer omdat toen we teruggekeerd waren er een krantenartikel verscheen over twee vrienden die met jeep de Noordkaap bereikten. Konden ze wel?!?
Eerdere plannen om door Rusland te reizen gingen niet door omdat in de hoogtijdagen van de koude oorlog er een visum aangevraagd moest worden. Deze aanvraag zou een jaar duren. Dus een foto maken van een Citroën Mëhari op het rode plein werd naar het rijk der Mamoesk’s gedreven.
Het alternatief Scandinavië, met name Finland werd dus de andere keuze. Finland was het enige democratische land dat direct aan de USSR grensde.

Toen we vertrokken hadden we een aardige voorraad sterke drank verborgen onder de stoelen want toentertijd was de alcohol in Scandinavië onbetaalbaar.

Bij de grens van Duitsland naar Denemarken ontdekte de douanier onze illegale dranksmokkel. De beste man vroeg wat onze bestemming was. Na de mededeling dat we een rondrit gingen maken door Zweden, keek de man ons heel begripvol aan en mochten doorrijden zonder inleveren van de clandestiene spiritualiën. We konden door naar de tweede stop: Kopenhagen, stad van de mooie torens.

We moesten natuurlijk deze stad verkennen en op een gegeven moment hoorden we live muziek. Het kwam aan de andere kant van het hek vandaan. We parkeerden de Méhari en vonden een gat in het hek waardoor we heen konden kruipen. Op het geluid af vonden we inderdaad een een live optreden in, wat we later ontdekte, ‘Christiania’ te zijn. Het bestaat nog steeds en er wonen mensen die moeite hebben hebben zich te conformeren aan de maatschappij, kunstenaars, oude hippies, een beetje als Ruigoord in Amsterdam. Er reed een man op een bakfiets rond met een plaatje van een brood er op geschilderd zodat ik dacht dat de bakker brood kwam bezorgen. Echter toen hij de bak opende en een klein weegschaaltje ophing werd al gauw duidelijk dat niet brood zijn nering was maar een keur van Hasjproducten. We zijn er een aantal dagen gebleven.

Later zijn we nog bekende Kopenhaagse uitgaanscentra zoals o.a Tivoli en Pilegården  gaan bezoeken. We dronken daar een glaasje en voor het eerst van mijn leven een haal aan zo’n pretsigaret.  Zijnde 21 jaar ben je op zoek naar vertier, niet waar.
Die laatste avond in Kopenhagen werden we aangehouden op een alcoholcontrôle. We waren het aanhouden door overheids instanties gewend, de Méhari werd er altijd tussen uitgepikt speciaal aan de grensovergangen.


Nu was het zo dat ik best in staat was de Méhari terug te brengen naar de camping maar de Deense wetgeving eiste toen al 0% alcohol in het bloed en dat was wat mij betrof bezijden de waarheid. Ik liet Piet het woord doen, uiteraard kon ik geen Engels want ik moest mijn kaken stijf op elkaar, houden, men moest eens iets ruiken! Echter de Deense Politieman liep naar de auto en kwam terug met de blaastest, toentertijd nog het bekende plastic zakje. Na wat gerommel en gedoe zag ik me al de nacht achter de Deense tralies doorbrengen. Door het geluk aan onze zijde, zoals achteraf bleek, kwam collega Deense politieman, welhaast in paniek, zijn maatje roepen om, kennelijk naar een urgentere situatie te moeten gaan dan twee jonge Nederlandse ‘bandieten’ op de bon te moeten slingeren. De legendarische woorden, voor mij dan: ”Please drive carefuly to your campingplace”, hoor ik nog als de dag van gisteren in mijn oren klinken. Met loeiende sirene vertrok de Scandinavische hermandad naar die, kennelijk, belangrijkere gebeurtenis dan dat opmerkelijk autootje in de Deense hoofdstad. Ik heb tot nu toe nog nooit zo voorzichtig naar een camping gereden.

Via de pont Helsingør-Helsingborg, van Denemarken naar Zweden deden we Öland aan om daarna door te reizen naar Stockholm. Het weer in Stockholm was dusdanig dat we overwogen om om te draaien en warmere oorden op te gaan zoeken.

Gezicht op Stockhol, Oude stad (Gamle Stan) en het weerbericht in Stockholm

Stockholm is ook een oude havenstad met een rijke historie waar de ‘Gamle Stan’ nog een duidelijk getuigen van is. Toen wij in Stockholm waren was men bezig een museum te bouwen om het in 1961 opgegraven driemasterschip ‘de Vasa’ heen. Wij bezochten de bouw. Het verhaal wil dat dit schip op last van de toen heersende koning Gustaaf Adolf veel te groot gebouwd werd maar niemand durfde de man tegen te spreken. Bij de eerste vaart kapseisde het schip en zonk enkele mijlen uit de haven. Bij de opgraving van het schip werden diverse onderdelen van de lading puntgaaf aangetroffen.

Van Stockholm namen we de nachtboot naar Turku c.q. Åbo, Finland. Finland is tweetalig. Aan de oostkust wordt een Zweeds gesproken, dat is nog enigszins te volgen. Aan het Fins (Suomi) is voor ons  geen touw aan vast te knopen, niet in woord als ook niet in geschrift. De taal is een Oeraalse taal dat ook zijn oorsprong heeft in Hongarije en er worden veel woorden samengevoegd tot nieuwe woorden. Voor friet (patat) zou de Finse taal het woord  ‘aardappelenopfransewijzegebakken’ kunnen zijn.

We belandde in Hämeenlinna. Piet was daar eerder met een maat geweest en we bezochten een Fins stel, Iku en Aahu. Met Aahu en wij tweeën zat ik voor het eerst in een sauna en dat nog wel in het land van oorsprong. Ieder appartementencomplex heeft daar een gezamenlijke sauna.

In Hämeenlinna was ook een Engelse pub. Het was er gezellig en met de meeste mensen konden we Engels spreken. Een beetje raar om mee te maken dat ik daar voor het eerst ‘darts’ speelde. Een Engelse sport in Finland, maar ja een Engelse pub.

Na Hämmeenlina zijn we noordwaarts gereden dwars door het merendistrict. We zagen een bomenvlot en natuurlijk moesten we er even op gaan staan. Er is veel houtindustrie Finland. Gekapte bomen worden gemarkeerd en in de rivier gegooid waardoor ze uiteindelijk vanzelf beneden aankomen. We hadden echter niet in de gaten dat we van de kant afdreven en konden niet terug op het land. Maar als wel vaker, wanneer de nood het hoogst is, is de redding nabij. Ook hier. Een behulpzame Finse man nam een stok met daaraan een scherpe haak en trok heel langzaam het vlot weer zo ver naar de kant zodat we weer op land konden springen.

Op verdere doorreis naar het noorden gingen we ook in oostelijke richting. In 1977 was Finland het enige democratische land dat direct grensde aan Rusland. De Finnen bleken een hardvochtig volk. Tot de tanden bewapend om de Russisch dreiging het hoofd te bieden en een houding van: ”Zij zijn met zovelen en wij met weinigen, waar moeten we ze allemaal begraven” hield de Finse democratie stand tot op de dag van vandaag. Toen we de Russische grens naderden werd ons via grote borden langs de weg duidelijk gemaakt dat fotograferen verboden was. Wat is er spannender, op dat moment, dan een bord fotograferen waarop staat dat dat niet mag. Het eerste lukt feilloos maar bij het tweede bord liep het mis. De Méhari was dakloos dus het bord met de doorgang naar Rusland stond zo op de foto. Simpelweg opstaan een fotootje schieten en wegwezen…..dachten we. Nog voor dat ik in de Méhari-zetel plaats genomen had stond daar ineens een boos kijkende man die duidelijk niet gecharmeerd was van onze fotografiekunsten. Hij eiste ons fototoestel en onze paspoorten. We kregen een pamflet waarin we werden beschuldigd van het overtreden van de Finse wetgeving. We werden vastgezet. Met een spreekwoordelijk kleurenpalet in de broek, waar de Bruynzeel kleurpotlodenfabriek jaloers op zou kunnen zijn, hield ik me voor dat we er later om zouden kunnen lachen wanneer we weer terug in Nederland zouden zijn.

Toen helaas even niet. Het was in die tijd vaak een filmachtergrond van een spionage verhaal waar de ratten door de cel liepen en de verhoren niet waren om vrolijk van te worden. De minder vriendelijke mijnheer, die overigens naar later bleek een Fin te zijn, draaide aan een slingertje van een telefoon met een militaire kleur en begon onze paspoortnummers op te zeggen. Na een half uurtje, voor mij leek het wel een halve dag, kwam de goede man met een lachend gezicht onze paspoorten en fototoestel teruggeven en wenste ons waarschijnlijk goede reis tenminste dat dachten wij. Mijn Fins is ook heden ten dage nog niet wat het zou kunnen zijn. Ook het vermoeden dat de foto’s bedorven zouden zijn werd niet bewaarheid getuige de hier getoonde foto’s

Na dit avontuur vervolgden we de reis verder in noordelijke richting via Oulu naar Rovaniemi. Rovaniemi is de hoofdstad van Lapland dat feitelijk in vier landen t.w. Noorwegen Zweden Finland en Rusland. Hier vonden we een Citroëngarage omdat we te maken hadden met een kapotte spanningsregelaar. Telkens wanneer we voor langere tijd stopte moest de pluspool van de accu losgehaald worden om niet de accu leeg te laten trekken. Erg ongemakkelijk omdat we steeds tekort hadden aan stroom om de startmotor te gebruiken. De slinger werkte, maar makkelijker was om boven te parkeren en in de loop naar beneden te starten. Leuk details is wel vermeldenswaard, de blik in de ogen van de Finse mensen om de Mëhari te zien starten met een slinger

Rovaniemi was een hele nieuwe stad alleen maar ‘nieuwe’ huizen. In de tweede wereldoorlog was Finland pro ‘Hitler Duitsland’ want men had een gezamenlijke vijand nl. de Russen. Zo kon het gebeuren dat Finse mannen als politie patrouilleerden in Duitse steden. Nadat men tot inkeer kwam en alle banden met Duitsland verbrak, werd als represaille Rovaniemi volledig plat gebombardeerd door de Duitsers.

Hier vonden we na lange tijd vermaak in de plaatselijk discotheek. Kan me er weinig meer van herinneren dus het plaatselijk vrouwelijk schoon zal wel niet zo’n indruk gemaakt hebben. Wel opmerkelijk was dat toen we bij sluiting de discotheek uit moesten, het nog niet donker was. De eerste kennismaking met de midzomernacht.

De camping aan de rivier Kemijoki had natuurlijk ook een sauna waar het afkoelprotocol bestond uit een dip in de Kemijoki, een smeltwaterrivier brrrrr. Hier had men keurig een vrouwen- en een mannenkant. Weet nog wel dat ik dit als een tegenvaller ervoer, we hadden toch andere verhalen gehoord.

We zijn nog een stukje noorderlijk gereden om in ieder geval de poolcirkel te passeren. Stelt natuurlijk niet zo heel veel voor maar toch. Erg commerciël toen al. Zo was de aanschaf van het poolcirkelcertificaat, het ultieme bewijs de cirkel te hebben gepasseerd.

Op de terugweg halverwege Zweden zochten we naar een plek om te kamperen. Nu is het in Zweden toegestaan om wild te kamperen met toestemming van de eigenaar, de plek die we vonden was er zo’n beetje tussen in. Er was een schamel gebouwtje met daarboij een hudo. Een hudo is een ‘wc’ bestaande uit een plank met een deksel boven een gegraven kuil meer niet. Voor de gezelligheid waren er twee gaten met ieder een deksel zodat je samen al keuvelend je ding kon doen.

Er was een kraantje dus stromend water. Kost geen drol maar minimalistischer kan alleen maar zonder iets in het bos.

Toen ons blauwe tentje opgezet was en we aan eten begonnen te denken, arriveer der er nog twee bezoekers. Twee Noorse meiden die hun oranje tentje net iets verder opzette. Ze informeerde bij de eigenaar of hij een winkeltje had om wat te eten te kopen, ze hadden niets meer.

Wij nodigen ze uit om met ons mee te eten maar dat was dan ook niet nodig. Op het moment dat we dat vertelde aan de eigenaar klonken er geluid uit het tentje van de dames, waarop Piet heel droog opmerkte: ”I think they eat each other” We hebben de meiden niet meer gezien. We waren al weer vroeg onderweg.

De bedoeling was om uiteindelijk naar de noordkaap in Noorwegen te rijden echter door familie-omstandigheden moesten we hier van af zien en keerde we zo snel als mogelijk terug naar Nederland door Zweden.  Met de boot van Gotenburg naar Flensburg om er nog twee dagen over te doen om thuis te geraken.

Op de foto Pa en broer Dion en natuurlijk mijn eerste Méhari bij thuiskomst. Deze had de naam ‘Chefke’ om zijn Belgische voorkomen vond men. Latere Méharis droegen de naam Grenouile (kikker) om zijn fel groene kleur en uiteraard ‘Madame Méhari’ zoals onze huidige genaamd is.

De meeste foto’s zijn authentiek gekopieerd uit mijn privé fotoalbum. De foto’s van de Vasa, Cristiania en Tivoli zijn van het internet geplukt.

Maart 2025

VolgendeVolgende

Navigatie

  • Contactformulier
  • Inschrijfformulier Lidmaatschap
  • Bestuur
  • Huishoudelijk Reglement
  • Contactformulier
  • Inschrijfformulier Lidmaatschap
  • Bestuur
  • Huishoudelijk Reglement

Contact

  • Méhari Club Nederland​
  • p/a Kapelstraat 28
  • 4817 NZ Breda
  • KVK-nummer: 40483119
  • IBAN: NL03 INGB 0001 3412 82

E-mail

  • webmaster
  • redactie
  • penningmeester
  • secretaris
  • evenementen
  • technische hulp
  • lief en leed

© 2025 Méhari Club Nederland.