Door: Chris en Debbie James
Vertaling: Emerentia van Vroenhoven
Dit waren interessante tijden. Na het vallen van het Oost Europeese Communistische blok in 1980, was Rusland, onder leiding van de president Mikhail Gorbachev bezig te bewegen naar een sociale democratie, en waren er veel minder beperkingen voor het vrij reizen in Rusland.
Wij hadden al deelgenomen aan korte “raids” – dat waren ritten die georganiseerd werden als opvolging voor de 2CV Wereld bijeenkomsten in Portugal en Frankrijk. Deze waren veel meer in de geest van de ritten zoals die georganiseerd werden door Citroen, zoals de rit Parijs Persepolis (Perzié – Iran) waar gelijkgezinden 2CV rijders samen het avontuur aangingen.
We hadden ook al met onze vrienden rondgereden in Tsjecho-Slowakije en naar een bijeenkomst in Istanbul. We wisten dus al dat we plezier zouden beleven in het verkennen van het voormalige Oostblok en het kennismaken met andere enthousiastelingen uit veel verschillende internationale landen
Dus toen 2 Duitse 2CV rijders , die een link hadden met de reisbranche contact met ons opnamen voor een langere rit door de USSR hebben we meteen onze 2 namen op de lijst laten zetten. We hadden geluk dat we werden uitgekozen om deel te nemen met een groep van ongeveer 25 auto’s.
Onze voorbereidingen waren recht toe recht aan. De organisatie heeft de route uitgezet, regelden de nodige stops, boekten alle campings en veerboten en had een verbindingen en samenwerking met een Russisch reisbureau Intourist voor de goedkeuring van het Russische reisgedeelte. Dit was allemaal al geregeld en betaald voor we vertrokken. Al wat we nodig hadden was geld voor benzine, eten en bijkomende andere kosten. Het enige dat we zelf hebben moeten regelen was het Poolse visa en natuurlijk ervoor zorgen dat onze Méhari goed in orde was.
Ik wil er nog wel even uitdrukkelijk bij vermelden dat dit alles geregeld is voordat er e-mail, mobiele telefoons, google maps, digitale camera’s en GPS en dergelijke bestonden. Ik vraag me nog nog steeds af hoe we het voor elkaar hebben gekregen.
De Route begon in Berlijn, daarna zijn we door Duitsland, Polen, de USSR, Finland, Zweden en Denemarken gereden om zo weer te eindigen in Hambug. De totale tocht was gepland voor een afstand van 4310 kilometer. In werkelijkheid hebben wij wel 5200 km gereden omdat we natuurlijk ook nog de heen en terugreis van onze woning in Coventry (UK) erbij hadden.
Hier zijn de details van de route, inclusief alle overnachtingen en daarbij de dagelijkse afstanden die we moesten rijden.
Dit is de route die we gereden hebben in de USSR
Ons verhaal begint op 11 Juli 1990, toen we van huis vertrokken. We waren met 3 Britse auto’s die ingeschreven hadden voor deze route. Twee van ons zijn vanuit Midlands in de UK vertrokken en de derde hebben we ergens in een wegrestaurant ergens in Essex ontmoet. Het was een relatief korte rit naar de nachtferry die ons van Harwich naar Hamburg zou brengen (zo jammer dat deze Ferry nu niet meer vaart).
We moesten met landkaarten werken (herinner je die nog?!) om zo te bepalen welke route we naar Berlijn zouden nemen
De volgende morgen, zag het er naar uit dat we het op zijn minst tot het startpunt zouden halen zonder enige problemen.
De meeste van de andere deelnemers waren aan aangekomen op de camping in het Postdam district bij Berlijn. Dit was het startpunt van de route. Onze 3 UK auto’s troffen daar ongeveer 20 andere auto’s van de A series aan uit Duitsland, Noorwegen, Oostenrijk, Zwitserland en Bahrain, met natuurlijk alle chauffeurs en bijrijders van deze landen en nog meer bijrijders uit Nederland, Amerika en Ierland. Echt een internationale groep!
De camping was gesitueerd net ten westen van de Berlijnse muur, die ongeveer een 9 maanden eerder was gevallen maar waar er nog veel bewijzen te vinden waren. Er waren overal stukken uit de muur en we konden zo maar oversteken naar “no mans land” (niemandsland) tussen de wachttorens en andere versterkingen. Een aangrijpende herinnering van het niet zo verre verleden.
Het meeste van de muur was nog steeds intact en we konden het niet nalaten om de bestaande graffiti verder uit te breiden om zo onze gedekwaardige rit te herdenken.
Zoek de Méhari!
….. en hier is ie dan, onze vrolijke groep van internationale Citroën rijders.
Dit is de eerste groepsfoto van de drie deelnemende Méhari’s samen bij de bekende Unter den Linden in Berlijn.De Britse auto’s samen met de zeer bekende Bahrain geregistreerde 4 x 4 camper globe trotter (met een Ierse en Nederlandse bemanning).
De route zelf begon op 14 Juli 1990. We moesten ongeveer 800 km tot de Russische grens overbrugen met een overnachting in Poznan en een dag voor het verkennen van Warschau.
18 Juli 1990, Bijna bij de grens maar nog een lange weg tot Moskou
We arriveren bij de Pools/Russische grens. We hadden verwacht hier wel een kleine vertraging op te lopen, maar hadden niet gerekend op een file die tot ver reikte. Onheilspellend genoeg leek het er ook op dat het niet opschoot!. Eindelijk leek er enige beweging in die hele lange rij te komen, maar er mochten maar een aantal auto’s per keer door met daartussen lange periodes van wachten en stilstaan.
Het weer was koud en nat en we begonnen last te krijgen van het lange zitten in de Méhari’s en dus hebben we besloten een “overkapping” te maken tussen 2 Britse auto’s. Alles werd bij elkaar gehouden met elastiekjes zodat we makkelijk met de langzame stoet konden meebewegen als daar zo af en toe weer beweging in kwam. Onder het genot van een kopje koffie konden we samen met onze vrienden onder dat kleine afdakje zitten op onze campingstoelen. Dit zorgde ervoor dat het lange wachten dragelijk was.
19 Juli 1990. VEERTIEN uur later konden we eindelijk de grens naar Bellarus passeren en waren we in de USSR! Het bleek dat er altijd zo’n lange wachtrij was, maar er was ook een auto in de inspectieput gevallen en dat maakte er ook niet alles beter op.
Na inspectie waren er nog enkele formaliteiten die we moesten doen. Zo moesten we ook onze Russische visa’s laten voltooien en we moesten een prachtig handgeschreven verzekerings certificaat laten opmaken.
Verder moesten we ook nog benzine bonnen aanschaffen, want dit was de enige manier om voor benzine te betalen. De enige bonnen die ze hadden was voor 10 liter. Dit was eigenlijk wel een probleem voor een Méhari die een 25 lite tank heeft. Benzine stations lagen over het algemeen zo’n 100 km uit elkaar en sommige benzine stations verkochten alleen 73 octaan benzine. Je moest er dus voor zorgen dat je minimaal 2 stuks 5 liter jerry kannen meenam. Dit was om er zeker van te zijn dat je genoeg reserve benzine had (want je wist nooit of de juiste benzine wel voorradig was) en om het restant van 5 liter die je overhield van je benzinebon en die niet meer in de tank paste op te kunnen slaan.
Meteen bij onze eerste benzine pomp kwamen we er al achter dat de Russische benzine pompen niet geheel voldoen aan de Westerse maatstaven.
We hadden onze eerste overnachting in Minsk op 19 Juli 1990. Het was echt een verrassing hoe weinig verkeer er was in deze relatief erg grote stad.
De volgende dag reden we door naar Smolensk. De afstand naar Moskou werd al snel kleiner.
Het grootste deel van de route was ruig en bestond eigenlijk alleen maar uit 1 rijstrook, met uitzondering van de stukken waar de weg erg breed was en die er speciaal voor gemaakt waren om ook dienst te kunnen doen als landingsbaan in tijden van nood. Om de één of andere reden was er in het midden van de weg geen veiligheids vangrail maar een lang pad van alleen maar losse kiezelstenen. (zou dit zijn om mensen wakker te maken als ze neigen in slaap te vallen en over de streep te komen?!)
We hadden al snel bedacht dat er eigenlijk geen kans was dat onze voorruit het zou uithouden en hadden voor de zekerheid een opgerold stuk plastic meegenomen ter vervanging. Tot onze verrassing heeft de voorruit de hele reis doorstaan. Er waren anderen die niet zoveel geluk hadden als wij!
Op 21 Juli 1990 zijn we aangekomen in ons hotel in Moskou. Of niet?! Het was de bedoeling dat we in het hotel zouden verblijven, maar Intourist, de Russische reisorganisatie had een fout gemaakt in de datum voor de boekingen. Er was geen ruimte om eens een aantal dagen lekker een keer uit te rusten in een gewoon bed, en we moesten in plaats daarvan kamperen op het terrein rondom het hotel.
We hadden wel enige tijd voor de gebruikelijke toeristische uitstapjes in Moskou, maar werden gewaarschuwd voor het van onze ruitenwissers, omdat er de laatste tijd nogal veel ruitenwissers zomaar “verdwenen”
De op de foto vertoonde handjes waren leuke vervangende accessoires die je op de auto kon installeren. Zo kon je beschadigingen voorkomenals het begon te regenen, en had je de mogelijkheid om je ruitenwissers veilig aan de binnenkant van de auto op te bergen.
Het was niet makkelijk om foto’s te nemen met een herkenbare Russische setting, maar het was er één die we per se wilden proberen te maken. Dit was officieel het dichtste bij dat je eigenlijk mocht rijden tot aan de St. Basil’s Kathedraal.
….. Maar we hadden toch zeker niet die hele afstand afgelegd zonder te proberen dichter bij te komen voor een goede foto. We verzamelden ons en gingen er voor!…..
…… En kregen uiteindelijk deze foto!
We hadden gehoord dat er soms lange rijen konden staan in Rusland, maar deze rij was lang……
en nog langer….
en nog langer …. en eindigde uiteindelijk bij de eerste McDonalds die geopend was in Rusland!. Er zijn tijden waarop het goed is om vegetariër te zijn! Voor diegene die het niet konden weerstaan waren er genoeg lokale kinderen die de hele dag in een rij gingen staan zodat je kans kon maken op een kortere wachttijd tegen een Topprijs!
We vertrokken op 25 Juli 1990 naar Leningrad (waarvan de naam pas gewijzigd werd in St. Petersburg in het daarop volgende jaar), en stopten onderweg in Kalinin en Novgorod.
We kwamen onderweg een groep Duitse Acadiana’s tegen die een route aan het rijden waren. Het is altijd goed om anderen groepen te ontmoeten. De weg en het landschap onderweg bleven ongeveer gelijk aan de vorige etappes.
De verwarring van de boekingsdata voor het hotel in Moskou had een domino effect met tot gevolg dat we vaak moesten overnachten op kampeergronden die zeer basic waren en eigenlijk niet bedoeld waren voor de buitenlandse toeristen.
De condities van de wegen bleven erg slecht, and de grote kuilen in de weg eisten het tol van een groot aantal wielen. (Wij waren geadviseerd meer dan 1 reserve wiel mee te nemen).
Ouch!
De regeringsreglementen voor het rijden door Rusland houden in dat we verplicht waren te blijven rijden op de vooraf uitgezette route, waar onze posities elk uur zouden worden gecontroleerd als we door een controlepost zouden rijden. (Als we niet op tijd zouden verschijnen dan kwamen ze ons direct zoeken). Gelukkig was dit systeem niet helemaal waterdicht en we zijn een aantal keer van de routes afgedwaald om de lokale bevolking te kunnen ontmoeten en van het echte leven op het Russische platteland te kunnen proeven.
Het was te laat eer we in de gaten hadden dat het brede “modderpad” waarin we met de Méhari reden eigenlijk een plas met zeer stinkende varkensmest was.
We kwamen op een koud en grijze dag op 27 Juli 1990 aan in Leningrad. Een driedaags verblijf gaf ons voldoende mogelijkheden om de stad te verkennen.
De rit van Leningrad naar de Finse grens by Vyborg was minder dan 150 km en we staken terug over naar “Het Westen” op 31 Juli 1990. Dit was een snelle en makkelijke overgang, het grappige was wel dat de Russische grensbewakers alle bewijzen dat wij door de USSR hadden gereist uit onze paspoorten verwijderden. Eigenlijk best wel hilarisch want de verkegen Finse stempel toonde aan dat we die stempel alleen maar hadden kunnen krijgen als we door de USSR waren gereisd.
De volgende 4 dagen hebben we gebruikt om door de bossen en langs de meren van Finland te rijden. We zijn gestopt bij Helsinki en zijn toen met de veerboot overgestoken van Turku naar Finland in Zweden. Hier waren we te gast bij de 2CV Club en we zijn er nog een aantal dagen gebleven om de toerist uit te hangen (en spulletjes te kopen)!
Het volgende stuk tijdens onze reis door Zweden bestond uit nog meer zandwegen. We kwamen er achter dat er nog steeds heel veel mogelijkheden waren om de verkeerde afslag te nemen en verdwaald te raken in de bossen.
Veel kaartlezen en de nodige discussie waren vaak noodzakelijk!
Hier kregen we, tijdens deze route, de eerste “probleempjes” met onze Méhari!. Een groot aantal “bruine stukjes” vlogen over de motorkap. Ik dacht we hebben een kip of een klein dier aangereden. Na enige tijd begon de motor behoorlijk heet te ruiken. We dachten dat het beter zou zijn om te stoppen en te kijken waar de oorzaak lag. In plaats van een klein dier vonden we een stuk plastic van de koelventilator. Het was afgebroken en had zich door de grill geboord. Ik had geen reserve dus……..
….. onze vrienden konden eindelijk de stijve trekhaak uitproberen die ze al die tijd hadden meegesleept en die tijdens deze route tot nu toe nog niet gebruikt was.
Een andere groep van de toerders haalde ons al snel in. Gelukkig was er iemand anders die (heel verstandig!) een reserve ventilator had meegenomen voor deze rit. Wij mochten hem “lenen”. Er waren genoeg helpers om de reparatie werkzaamheden uit te voeren en we waren weer snel op pad.
Toen alles gemaakt was gingen we richting de veerboot die vanaf Helsingborg naar Denemarken voer. (Het zou nog minstens 10 jaar duren eer de brug van Malmoe naar Kopenhagen geopend zou worden.)
7 Augustus 1990. In de relax modus met ons nieuw verworven souvernier. Dit was tijdens onze laatste 3 stop dagen waren we te gast waren bij de Deense Citroën club en waar we nog veel toeristische plekjes hebben bezocht.
Op een camping ergens bij een meer in de Buurt van Hamburg eindigde op 10 Augustus 1990 de officiële route. We hadden een leuk afscheid met al onze reisgenoten. Het laatste wat ons nog te doen stond was het verwijderen van de accu uit de Méhari om die te plaatsen in de Acadiane van de vriend die ons zijn ventilator had geleend.
We hadden geen mogelijkheid gevonden om een nieuwe ventilator te vinden en haar accu begon uit te vallen. We dachten we rijden liever naar huis met een haperende accu, met het risico dat we zo nu en dan de auto moeten duwen dan zonder ventilator naar huis te moeten rijden!
Het was een rare gewaarwording om als laatste te vertrekken, maar onze veerboot naar Engeland vertrok pas die avond.
Een laatste groet naar Hamburg en met de veerboot naar huis.
De reis naar huis was eigenlijk zowat zonder problemen. Op de M25 in de buurt van Londen brak onze voorruit door een opvliegende steen van een auto die ons afsneed. We kwamen er toen pas achter dat de voorruit die we al die tijd bij ons hadden voor reserve eigenlijk helemaal niet bruikbaar was. Omdat er geen kromming in zat waaide het gewoon naar binnen!
We zijn uiteindelijk toch thuis gekomen, helemaal verwaaid en heel erg koud, maar super gelukkig omdat we zoveel mooie herinneringen hadden en veel nieuwe vrienden hadden gemaakt tijdens deze reis.